Edwin Vurens komt bij Sparta als ‘boertje van buten’, vertrekt om elders prijzen te pakken
18 april 2021 - 14:00In de rubriek Kasteelkanjers wordt het vizier gericht op oud-spelers en ex-trainers die het rood-witte shirt van Sparta extra kleur hebben gegeven. In de rij der memorabele smaakmakers belicht Louis Du Moulin ditmaal voormalige (vleugel)spits Edwin Vurens, die tussen 1987 en 1993 via ruim 160 optredens in de Spangense hoofdmacht uitgroeit tot een door velen begeerde aanvalskracht. Later timmert de behendige èn slagvaardige Stompwijker aan de weg met FC Twente, Roda JC, Sankt Gallen en Servette FC.
Met Sparta 2 beleeft Edwin Vurens (1968) in zijn eerste Kasteeljaar al gauw (op 12 oktober 1986) een onvergetelijk hoogtepunt: de sensationele uitschakeling van Eredivisionist Roda JC voor de KNVB-beker (2-1). Opent die geweldige stunt voor ploeggenoot Juul Ellerman meteen de weg naar de hoofdmacht van Barry Hughes, voor hem zal een dergelijke doorbraak nog even op zich laten wachten. ,,Als boertje van buten had ik wat meer tijd nodig, omdat de overgang van de amateurs van RKAVV naar Sparta voor mij best een hoop veranderingen met zich meebracht,” blikt de thans 52-jarige Stompwijker desgevraagd terug. ,,Zo moest ik voor iedere training en wedstrijd eerst dik tien kilometer fietsen om de trein te pakken en dan ’s avonds weer dat hele eind naar huis terugtrappen. Maar, ik deed er alles aan om te slagen, ook al leek ik in de ogen van sommigen nogal nonchalant. Wat volgens mij vooral kwam door mijn aparte loop, die weer te maken had met dat vele fietsen jarenlang. Nee, laks of een flierefluiter ben ik op het veld nooit geweest, dat was echt schijn.”
Barry Hughes
Zijn debuut in het eerste volgt een klein jaar later (13 september 1987) en is na alle technische en tactische scholing bij trainer Jan Nijman plus geregeld uitblinken in het tweede toch wel een verrassing voor Vurens. Omdat hij op dat moment als dienstplichtig militair is gelegerd in Ermelo en tot dan amper heeft kennisgemaakt met A-selectie. ,,Maar, Hughes vond kennelijk dat ik eraan toe was. Zei tegen me ‘Zondag tegen Feyenoord zit je op de bank’. Vervolgens mocht ik in de tweede helft invallen. We speelden 1-1 gelijk, wat natuurlijk best lekker was, daarna ben ik erbij gebleven, kreeg ik nog twee keer een basisplaats.”
De Welshe entert(r)ainer wordt tien speelronden voor het einde van het seizoen ontslagen wegens aanhoudend tegenvallende resultaten, waarna Rob Baan zijn rol als Kasteelheer overneemt.
In de spits
Met hem heeft ‘Vuurtje’ een nog betere klik, ook al moet hij soms op posities spelen die hem minder liggen. ,,Baan zette me als flankspeler van nature in de spits en ik riep ‘Dat kan ik niet’. Hij hield voet bij stuk door te roepen ‘Dat kan je wel! Uiteindelijk bleek het inderdaad wel mee te vallen, heb ik daar nog vaker gelopen. En al scoorde ik dan niet zoveel, anderen zoals Ronald Lengkeek of later Dennis de Nooijer en Glenn Helder profiteerden wel van mijn inbreng in de punt van de aanval,” aldus Vurens, die met laatstgenoemde een speciale band krijgt. ,,Met Glenn reed ik sowieso iedere zondag vanuit Leiden naar Spangen en terug, dat was altijd dikke pret. Maar, ook met de andere jongens was het contact eigenlijk altijd top. Jonkies zoals John Schuurhuizen, Andro Knel en ik werden als vanzelfsprekend goed opgevangen door de routiniers, zoals Peter Houtman, Ron van den Berg, Michel Valke en René van der Gijp, toen die weer even terug was bij Sparta.. Alles bijelkaar hadden we telkens weer een zeer behoorlijke mix, die zich altijd wel in de middenmoot wist te nestelen.”
Tekst gaat verder onder de foto
Clubtopscorer en Oranje
Onder Rob Jacobs tijdens diens eerste dienstjaar (1991-1992) op Spangen groeit Vurens uit tot meest productieve Spartaan met 14 treffers (uit 32 optredens). En met die belangrijke status neemt ook de belangstelling van de buitenwacht toe. Een jaar later is ‘Vuurtje’ echt niet meer te houden. Vaste subtopper FC Twente, waar inmiddels goede bekende Rob Baan de scepter zwaait, wil hem dolgraag hebben en is bereid een miljoen gulden voor hem neer te tellen. In Enschede ontwikkelt Vurens zich sterk door, met als mooie bijvangst zijn selectie voor het Nederlands elftal. Bondscoach Guus Hiddink laat hem op 22 februari 1995 debuteren in Oranje in de vriendschappelijke interland tegen Portugal.
Zwitserland
Bij die ene uitverkiezing zal het blijven, dat terwijl hij in clubverband nog aardig wat prijzen zal pakken. Met Roda JC wint hij in 1997 de Amstel Cup, twee jaar verder verovert hij als steunpilaar van Servette FC de landstitel in Zwitserland. In hetzelfde shirt volgt in 2001 nog de eindzege in het Zwitserse bekertoernooi. Daarna houdt ‘Vuurtje’, inmiddels 33, het profvoetbal voor gezien. Over zijn carrière als broodspeler zegt hij twintig jaar na zijn afscheid: ,,Ik was een leuke voetballer, die het maximale uit zijn mogelijkheden heeft gehaald. Sparta, FC Twente en Roda JC waren tof, maar die vier jaar in Zwitserland, twee bij Sankt Gallen, twee bij Servette, waren echt top. Vooral het dagelijks leven in Genève beviel mijn vrouw en ik heel goed, we hebben het er nog steeds over.”
Succes als trainer
Na een jaartje afbouwen bij RKAVV stort Vurens zich op het trainersvak in het amateurvoetbal. Met het nodige succes bij onder meer ARC (promotie naar de Topklasse) en Velo, dat hij tussen 2016 en 2021 van de vierde naar de eerste klasse leidt. Deze door corona lamgelegde jaargang heeft hij Oliveo onder zijn hoede, met dezelfde intentie als altijd. ,,Creatief, aanvallend voetbal, daar hou ik van, dat wil ik altijd op mijn teams overbrengen.”