Het bekersucces van 1966
23 februari 2021 - 14:25De grootste succesperiode in het betaalde voetbal kende Sparta in het decennium tussen 1956 en 1966. In het seizoen voor de eerste Eredivisie eindigden de roodwitten onder de net aangetreden trainer Denis Neville als eerste in de Hoofdklasse. In de competitie om het landskampioenschap volgt er geen succes. Neville bezorgt Sparta drie jaar later wel de landstitel en laat de prijzenkast ook nog vullen met twee KNVB-bekers, in 1958 en 1962. De laatste grote prijs die Sparta heeft gewonnen -en de enige die niet op het conto van Neville staat- haalde de club nu 55 jaar geleden binnen. Op 25 mei 1966 werd ADO in de bekerfinale geklopt, waardoor aanvoerder Hans Eijkenbroek de beker omhoog kon houden.
Het was een ietwat verrassende uitslag want ADO was behoorlijk favoriet. De ploeg van de Oostenrijker Ernst Happel was achter Ajax en Feyenoord in de competitie op de derde plaats geëindigd. Sparta had daarentegen een matig seizoen beleefd, dat met de zevende plaats was afgelopen. Het elftal verkeerde eigenlijk in een overgangsfase. De groep van 1959 was langzaamaan vervangen of liep op zijn laatste benen. Het befaamde middenveld Verhoeven-De Koning was uiteengevallen na de net mislukte greep naar de titel in 1963. Tonny van Ede speelde zijn laatste jaren bij Hermes DVS en Piet de Vries was naar ADO gegaan. Bosselaar zou na dit seizoen stoppen. Nieuwe spelers als Bosveld, Eijkenbroek, Laseroms en de Deense international Ole Madsen waren gehaald om de kar te trekken. In 1965/66 ging dat nogal stroef. In een middelmatige eerste seizoenhelft werden nog 19 punten uit 15 wedstrijden behaald. Daarna volgden echter slechts drie overwinningen zodat een zevende plek in de eindrangschikking eigenlijk nog meeviel. Vier wedstrijden voor het einde hadden de matige resultaten aan de opvolger van Neville, trainer Bill Thompson, wel de kop gekost. Na een 0-3 thuisnederlaag tegen Go Ahead werd de Schot vervangen door zijn assistent Daaf Westhoven. Het besluit om het contract niet te verlengen was overigens al in februari bekend gemaakt.
In de competitie trad er na zijn vervroegde vertrek geen verbetering op maar in de week volgend op de trainerswisseling plaatste Sparta zich in de Kuip wel voor de bekerfinale door PSV te verslaan. De weg naar die finale was ingeslagen door in de voorrondegroep de drie lokale tegenstanders uit de Tweede Divisie SVV, Hermes DVS en DFC gemakkelijk te verslaan.
In de eerste ronde in en tegen Den Bosch, eveneens spelend in de Tweede Divisie, ging het moeizamer. In de enige verre uitwedstrijd (we speelden verder alleen tegen Hermes DVS uit) was een verlenging nodig. Het werd een spectaculaire wedstrijd in carnavalssfeer waarin veel gebeurde en scheidsrechter Van Ravens nogal eens mis zat. Nadat Ton Kemper ons na een kwartier aan de leiding had gebracht kwam Den Bosch terug met enige arbitrale hulp. Van Ravens zag in een schot op de borst van Buitendijk hands en gaf een penalty, die Borsten vlekkeloos benutte. Vlak voor rust ontstond onenigheid over een ingooi waarbij Laseroms door een het veld opstormende supporter getrakteerd op een rechtse hoek. De bokser mocht pas na rust weer op de Oeteldonkse tribune plaatsnemen. Toen werd het bijna onmiddellijk 2-1 door een tweede Brabantse strafschop. De muziek van de carnavalsclubs op de tribune inspireerde Sparta tot een flink offensief. Madsen raakte de paal en een kwartier voor tijd bracht Bosveld de gelijke stand op de borden. Tijdens de verlengingen van steeds 7½ minuut kregen de Bosschenaren nog de beste kansen. Doesburg moest geweldige reddingen verrichten en keek een schot van Paulides op de kruising. In de 3e verlenging kopte Gerard van de Kerkhof, de oudere broer van de tweeling René en Willy, een voorzet van Madsen binnen voor de derde treffer, waarmee de wedstrijd direct was beslist.
In de kwartfinale waren we op zaterdagmiddag dus weer terug in Rotterdam. Het was een gedeelde thuiswedstrijd want Xerxes was dat seizoen medebespeler van het Kasteel. De koploper in de Eerste Divisie zag de Deense spits Ole Madsen halverwege de score openen, maar Rob Jacobs maakte vanaf de aftrap al gelijk. 10 minuten later was het Spartaanse overwicht uitgedrukt in een 3-1 voorsprong. Madsen scoorde op een dieptepass van Bosselaar en Ton Kemper passeerde de vroegere Sparta-keeper Andries van Dijk van afstand. Even na rust verkleinde weer Jacobs de achterstand tot 3-2 maar het werd direct al 4-2 door een eigen goal van Spinhoven. Sparta was nu heer en meester en scoorde twee keer binnen een kwartier. Onsman rondde een solo van Bosveld af en Madsen voltooide zijn hattrick. Het bleef bij de ruime 6-2, mede omdat scheidsrechter Roomer twee Xerxes-overtredingen in het strafschopgebied door de vingers zag.
Voor de halve finale moesten we aantreden in de Kuip die op een vrijdagavond met slechts 6500 toeschouwers maar schaars gevuld was. De verse hoofdtrainer Westhoven had Bosselaar en de geblesseerde Bentzon buiten de ploeg gelaten en vervangen door Ter Horst en Wil van Beveren. Van het futloze spel in de bedroevende partij thuis tegen Go Ahead van de zondag ervoor was niets meer te zien. Sparta oogde fris en kreeg met goed veldspel een licht overwicht, maar zag eerst een kopbal van Eijkenbroek van de lijn gehaald voordat het in de 35e minuut op voorsprong kwam. Na een fraaie actie van Madsen passeerde Bosveld keeper Bekkering. Na rust leidde de voortdurende Sparta-aanvallen snel tot een tweede goal, een afstandsschot van Kemper. PSV stuurde verdediger Daan Schrijvers naar voren en Van der Kuylen maakte in de 20e minuut de aansluitingstreffer. 5 minuten later kreeg Sparta na een ongelukkige handsbal een strafschop die Bosveld onberispelijk benutte. Sparta hield stand tot Schrijvers met een verrassend schot de voorsprong terugbracht tot een goal. Het leidde tot een spannende slotfase waarin Schrijvers de buitenkant van de paal raakte en andere kansen ook onbenut bleven. In de laatste minuut werd de zege veiliggesteld. Madsen leverde na een snelle rush een harde voorzet af die door Bosveld vallend werd ingekopt. Twee dagen later moest Sparta weer aantreden voor de competitie in Almelo waar het zonder aanvoerder Eijkenbroek met 3-1 van de latere degradant Heracles verloor. De week erop rolde DOS ons in Utrecht met 5-1 op. Eijkenbroek en Bentzon waren weer terug in de opstelling bij de 1-0 thuisoverwinning op DWS maar ook de laatste uitwedstrijd in Geleen was geen succes: ondanks drie goals van Madsen en de terugkeer van Tinus Bosselaar werd het 4-3 voor Fortuna ’54. De aanloop tot de finale tegen ADO leidde dus voor de buitenwereld niet tot veel vertrouwen in Sparta. De ploeg deed in de dagen ervoor echter volop aan teambuilding met intensieve trainingen en een teamuitje naar Breda. ADO had een trainingskamp belegd in de bossen van Zeist.
De tekst gaat verder onder de foto.
Al was ADO dus de favoriet, de statistieken in de beker wezen toch in een andere richting. ADO had in de voorafgaande zes jaar ook drie keer de finale bereikt, maar evenzoveel keer was dat op een deceptie uitgelopen. In diezelfde jaren had Sparta dus twee keer in de finale gestaan, maar wel steeds de beker gewonnen.
In de eerste helft was ADO de meest aanvallende ploeg, overigens zonder de twee ex-Spartanen Van der Lee en Van Miert. Sparta beperkte zich in de stromende regen doelbewust tot verdedigen. Doesburg was op zijn post bij schoten van Aarts en Van der Burch. Vlak voor rust tastte hij echter mis bij een voorzet en Heijnen kreeg een leeg doel voor zich. Omdat de ADO-er moeite had met de tollende bal kon Bouman het gevaar bezweren. Het grootste gevaar van Sparta kwam van een draaiend schot van Bosselaar dat door keeper Thie met moeite werd gekeerd. Madsen werd bij deze actie door de Haagse doelman door een tik op zijn achterhoofd gevloerd en werd knock-out per brancard afgevoerd. Na vijf minuten keerde hij tot opluchting van de Sparta-supporters weer terug. Hij bleek in de tweede helft van grote waarde. Sparta liet de verdedigende instelling varen en toog ten aanval onder aanvoering van de hard werkende Jan Bouman. Ineens bleek ADO kwetsbaar. Vooral op Madsen kregen de Haagse verdedigers geen grip. De eerste pogingen van de Deen mislukten, want hij schoot eerst in handen van Thie en daarna ging een van de paal terugspringend schot van Bosveld rakelings over. Na een kwartier was het wel raak. Bosselaar bereikte hem met een bal in de diepte, waarop Madsen linksback Vos liet staan en Thie uit een scherpe hoek passeerde. ADO was het vertrouwen kwijt en gooide de opstelling om. Eijkenbroek en de zijnen gaven echter niets meer weg. Aan de andere kant verzuimde Bosveld nog twee aardige kansen te missen. De kelen in de Spartaanse kleedkamer moesten na het eindsignaal in eerste instantie nog noodgedwongen worden gesmeerd met flesjes limonade want echt op een triomf had het Sparta-bestuur blijkbaar niet gerekend. Ook de bloemen voor Sparta kwamen uit handen van junioren in ADO-shirts, waar daar had men meer verwacht. Hun champagneflessen werden onaangeroerd aangetroffen in de Haagse kleedkamer.
In de laatste jaren is een groot aantal van de finaleploeg al van het aardse toneel verdwenen. Theo Laseroms en Charly Bosveld waren nog in de 20e eeuw de vroegste vertrekkers, Hans Buitendijk en Ole Madsen volgden in 2005 en 2006. Tinus Bosselaar, Pim Doesburg en Hans Bentzon voegden zich bij hun maten in de voetbalhemel.
Rectificatie: Dit verhaal is gepubliceerd in clubmagazine ‘De Spartaan’. In de gedrukte versie is helaas een fout geslopen waarbij ten onrechte geschreven staat dat Ton Kemper is overleden. Dit was een verwisseling met oud-voetballer Peter Kemper. Inmiddels is er contact geweest met Ton Kemper en zijn de excuses van Sparta aanvaard voor deze drukfout.