Kasteelkanjers: Hans Buitendijk
03 januari 2018 - 12:32Om maar eens moralistisch te openen: laat je in het veld (en ook daarbuiten) nooit leiden door plots opspelende revanchegevoelens. Die wijze raad voert in de rijke Spartahistorie zeker ook terug naar Hans Buitendijk, wiens veelbelovende loopbaan als rechtsback op 9 november 1966 in het Zwitserse Genève letterlijk wordt afgebroken door een onbezonnen actie tijdens Sparta’s ‘veldslag’ met Servette voor de Europa Cup voor Bekerwinnaars. Buitendijk wil wraak nemen op de irritante kwelgeest van de thuisclub genaamd Jean-Claude Schinderholz, die even tevoren ploeggenoot Gerrie ter Horst een ernstige hoofdwond heeft bezorgd. De uiterst gedreven rechtsachter gaat er met gestrekt been in, maar komt zo verkeerd uit dat zijn rechterscheenbeen onder de voet belandt van zijn tegenstander en dan meteen knakt.
Voor de ploeg van Kasteelheer Wiel Coerver betekent zijn uitvallen (na het voortijdige vertrek van Ter Horst) dat de naargeestige ‘overlevingstocht’ met negen man moet worden beëindigd. Het verlies in cijfers (2-0) lijkt met de terugwedstrijd in de Kuip (wordt 1-0 zege) nog voor de boeg nog te overzien, maar de onverwachte uitschakeling van Buitendijk zal een veel grotere domper blijken te zijn. Vooral omdat het met zijn herstel maar niet zal vlotten.
Meteen veel indruk
Terug naar 27 januari 1966, wanneer Sparta in Groningen aantreedt tegen GVAV. De door de Schotse pijproker Bill Thompson geleide roodwitten kennen een debutant, die zoals in eigen gelederen al is voorspeld als rechtsachter meteen indruk maakt: Hans Buitendijk, net 19 jaar, op Nieuw Vreelust opgeleid en voortbestemd om uit te groeien tot nieuwe steunpilaar voor en naast erkende defensieve sterkhouders als Pim Doesburg, Hans Eijkenbroek en Theo Laseroms.
De naam van de kleine, onverschrokken bikkel is even later voorgoed gevestigd als hij gerenommeerde directe opponenten Piet Keizer (van Ajax) en Coen Moulijn (namens Feyenoord) volledig aan banden legt. Met name zijn koelbloedige benadering op Spangen van het grootste idool van Rotterdam-Zuid (Coentje dus) spreekt de liefhebbers tot de verbeelding.
Jong Oranje
Vandaar ook Buitendijks rappe uitverkiezing voor Jong Oranje, waaar hij deel uitmaakt van een ‘gouden lichting’ met Johan Cruijff, Willy van der Kuijlen, Theo van Duivenbode en Wim Jansen, die dan nog onder supervisie staat van Georg Kessler, de latere bondscoach. In Zeist kan Buitendijk het goed vinden met de Amsterdamse wereldvoetballer in wording en stelt hij ook vast dat diens verstandhouding met het Brabantse kanon Van der Kuylen reeds in die dagen op z’n zachtst gezegd als koel moet worden afgedaan. Hoe het ook zij, wat Kessler alle talentvolle Jong Oranjeklanten (inclusief Buitendijk) voorhoudt, is dat ze op termijn vast hun opwachting zullen maken in het echte Nederlands elftal.
Zover zal de Spartaanse brekebeen echter nooit komen. Sterker, na de ellendige wending in Genève zal zelfs een rentree in Sparta 1 voor hem buiten beeld blijven.
De genezing van de breuk verloopt zeer stroef, omdat het lichaam te weinig kalk aanmaakt. Tot overmaat van ramp gaat het ook mis in de begeleiding door de technische staf, met als gevolg dat het gekwelde ledemaat opnieuw breekt. Wat verder niet helpt is de opstelling van de patiënt zelf. Nogal van de eigenwijze soort zijnde, wil hij zich nog wel eens niet houden aan de voorgeschreven medische richtlijnen.
Zure druiven
Uiteindelijk moet Buitendijk accepteren dat betaald voetbal voor hem niet meer is weggelegd, waarna vanzelfsprekend de druiven buitengewoon zuur zijn. De gang naar Het Kasteel wordt gegeven alle frustraties steeds zwaarder, voetbal blijft thuis als gesprekstof een heikel onderwerp, maar gelukkig brengt vader Hans zijn liefde voor Sparta wel over op zijn zoons. De oudste, Marco (46), kan desgevraagd dan ook volop verhalen over wat hij lange tijd druppelsgewijs van zijn pa heeft meegekregen. ,,Natuurlijk zat het hem enorm dwars dat hij nooit heeft bereikt wat erin heeft gezeten. Toen Oranje op het WK van 74 met al die bekende leeftijdgenoten zoveel furore maakte, hoorde je als kleine jongen geregeld ‘Daar had ik ook tussen moeten lopen’. Tja, dat was best doorbijten.”
Jobstijding
Hans Buitendijk vindt maatschappelijk zijn draai met verschillende goede banen bij eerst DCMR en vervolgens Citroën Den Ouden. Hij denkt een gezellige 57e verjaardag te gaan vieren, maar dan is er die dag ineens een jobstijding van de dokter die alles op zijn kop zet: longkanker.
Buitendijk zal nog maandenlang knokken voor zijn leven, een strijd die hij op 18 mei 2005 moet opgeven. ,,Die laatste periode zijn we nog echt naar elkaar toegegroeid. Was mijn vader daarvoor altijd vrij gesloten, zoals mijn broer en ik eigenijk ook, nu praatten we honderduit. Waarbij vanzelf heel veel Sparta aan de orde kwam,” aldus Marco Buitendijk, sinds jaar en dag succesvol als eigenaar van De Witte Aap, door vele Spartanen gekoesterd als ‘hun’ thuiskroeg.
Sigaretjes
Een van de mooiste anekdotes betreft Hans Buitendijks fatale bekering tot de sigaret, waar, weet Marco, Johan Cruijff de hand in moet hebben gehad. ,,Mijn vader vertelde dat als ze in Zeist bij Jong Oranje zaten ze samen naar buiten glipten om stiekem sigaretjes te gaan roken. Dat terwijl mijn vader eerder nooit die behoefte had gehad. Maar goed, zo is hij dus verslaafd geraakt, met dank aan Cruijff. En nou wil het trieste toeval ook nog dat Johan uiteindelijk zelf ook aan longkanker is overleden.”