Razendsnelle Arie van Staveren werd Spartaan dankzij Georg Kessler
24 december 2024 - 14:40In de rubriek Kasteelkanjers wordt het vizier gericht op oud-spelers en ex-trainers die het roodwitte shirt extra glans hebben gegeven. In de rij der memorabele smaakmakers ditmaal de beurt aan voormalige linkerspits Arie van Staveren, die tussen 1970 en 1979 meer dan 250 wedstrijden voor Sparta 1 uitkomt. Vanuit Zuid-Limburg volgt de intussen 71-jarige ‘Staaf’ zijn Rotterdamse voetballiefde nog altijd op de voet. ,,Nooit rottigheid, ook niet na zeven keer op rij thuis niet gewonnen te hebben. Dat is toch uniek?’’
(Door Louis Du Moulin)
Arie (officieel Adri van Staveren is vijf jaar als hij tegen een bal begint te trappen. Waarna de kleine Warmonder amper nog van ophouden weet, zo verzot is op het ronde speeltuig en alle andere contacten die het met zich meebrengt. Bij de junioren van het plaatselijke SV Warmunda, waar hij al snel lid van wordt, springt hij er aldoor uit en wel zodanig dat hij al op zijn vijftiende mag debuteren in het eerste elftal. Van Staveren wordt ook geselecteerd voor diverse vertegenwoordigende elftallen, waaronder de UEFA-jeugd van de KNVB.
De uitverkiezingen voor die laatste selectie in Zeist zullen hem in de zomer van 1970 naar Sparta voeren. Want, daar is ex-bondscoach Georg Kessler aangetreden als Kasteelheer. Hij heeft eerder Van Staveren in het Oranjetenue aan het werk gezien en is zeer gecharmeerd van de razendsnelle, behendige linksbuiten. Arie op zijn beurt is zeker ook elders ‘in the picture’ (bij Feyenoord en met name bij Holland Sport), maar zal uiteindelijk kiezen voor de club uit Rotterdam-West. ,,Kessler heeft daar wel een doorslaggevende rol in gespeeld,’’ aldus ‘Staaf’. ,,Hij kende me, had vertrouwen in me, daardoor voelde ik me op mijn gemak. Bovendien stond Sparta als subtopper in de Eredivise goed aangeschreven.’’
Sneller dan Cor Pot
Van Staveren is dan als neo-Spartaan net zeventien en komt terecht in een spelersgroep met vele doorgewinterde rotten als Hans Eijkenbroek, Ger ter Horst, Charly Bosveld, Jan Klijnjan, Hans Venneker, Nol Heijerman en Pim Doesburg. Met zijn verbluffende snelheid (Cor ‘Zoef de Haas’ Pot wordt door hem geklopt) en zijn balvaardigheid weet Arie al gauw bij voornoemde routiniers het nodige respect af te dwingen. Maar een vaste plek in de hoofdmacht blijft toch uit den boze. Reden: de linksbuitenpositie wordt reeds ingevuld door ene Jørgen Kristensen , de Deense baltovenaar die de roodwitte aanhang aan de lopende band in vervoering brengt met zijn onnavolgbare acties. Hem passeren is het laatste waar keuzeheer Kessler aan wil denken. Arie moet geduld betrachten, wat ook gebeurt. Weliswaar maakt hij al op {4 oktober 1970 zijn opwachting in het eerste tegen Holland Sport (als invaller voor Nol Heijerman), daarna blijft het wat betreft Sparta 1 betreft vooral bij korte optredens als wisselspeler.
Leo Steegman
Wanneer Kristensen medio 1972 naar Feyenoord is verkast krijgt Van Staveren volop de kans zijn kwaliteiten te demonstreren. En zo ontwikkelt hij zich door tot een degelijke basiskracht, die vanaf de vleugel de spitsen (denk aan Janusz Kowalik en Willy Kreuz) geregeld op maat bedient en zelf ook z’n doelpuntjes meepikt. Wat hem daarbij helpt is zijn uitstekende band met trainer Leo Steegman, die tussen 1972 en 1976 op Spangen de scepter zwaait. ,,Een hele sociale man, heel anders dan Kessler bij wie de discipline altijd voorop stond. Met Steegman, die in Noord-Holland woonde, reed ik vaak mee tot Leiden, waar ik dan op de bus naar Warmond stapte. Altijd heel gezellig.’’
FC Twente
Van Staveren beleeft met Sparta mooie tijden. Europees voetbal (tegen onder meer Bayern München, Rode Ster Belgrado), bloedstollende derby’s tegen Feyenoord, knappe resultaten tegen Ajax en telkens eindklassering ergens rond plek zes. Na negen jaar ‘Spangen’ , met als prestigieuze persoonlijke onderscheiding het Delftsblauw bord voor meer dan 250 keer Sparta 1, is hij toe aan een nieuwe uitdaging. Die vindt hij in FC Twente, dat al langer aan hem heeft getrokken, maar in 1979 hem kan verleiden tot een verhuizing naar Enschede. ,,Spitz Kohn, de trainer wilde me heel graag hebben en kreeg dus ook zijn zin. Maar wat gebeurt er? Hij wordt drie maanden na mijn komst ontslagen, waardoor ik daar een beetje tussen wal en schip raakte. Zijn opvolger Hennie Hollink zag veel liever de Noor Hallvar Thoresen op de linkerflank, terwijl die als spits net zo goed uit de voeten kon.’’
MVV
Vanuit Maastricht komt weldra (februari 1980) verlossing. Leo Steegman is er trainer van MVV en wil oude bekende Van Staveren graag erbij hebben. Namens de zogenoemde Sterrendragers zal Arie nog tot 1987 uitkomen met onder anderen goaltjesdief Cees Schapendonk en balvirtuoos Jo Bonfrère. Bij ‘us MVV-ke’ treedt Van Staveren daarna in dienst als jeugdtrainer. Vervolgens neemt hij nog diverse amateursclubs (SCG, Eijsden, VV Partij ‘33) onder zijn hoede, totdat hij het in 2015 welletjes vindt. ,,Ik had alles bijelkaar zo’n vijftig jaar op het veld gestaan. Al die tijd had Loeky, mijn vrouw mij in de weekeinden moeten missen. Daar moest een keer verandering in komen,’’ ‘Staaf’. ,,Ik ben ook nog steeds zo blij dat ik toen dat besluit heb genomen. We genieten enorm van de vrijheid die we hebben. Geen verplichtingen meer, als we zin hebben pikken we een terrasje of gaan we een stukje fietsen, heerlijk.’’
Punten pakken
Het voetbal volgt Van Staveren uitsluitend via de televisie, maar wel behoorlijk intensief. Zeker als Sparta speelt, want dan komen er toch weer bepaalde gevoelens naar boven. ,,Het is en blijft voor mij een bijzondere club, niet alleen omdat ik er zelf gespeeld heb. Maar die sfeer op Het Kasteel, dat tegenwoordig gewoon altijd vol zit, wat in mijn tijd wel anders was. En nooit rottigheid, ook niet na zeven keer op rij thuis niet gewonnen te hebben. Dat is toch uniek? Alleen moet Sparta nu natuurlijk wel punten gaan pakken, maar daar heb ik wel alle vertrouwen in.’’