Dasajev maakt verschil bij Sparta – Spartak
De kern van de ploeg is bijeen gebleven maar het begin is toch weer aarzelend door enkele gelijke spelen. Sparta wordt inderdaad weer eens kampioen puntendelingen, 13 keer ditmaal. Hughes krijgt met zijn Utrecht met 6-1 klop op het Kasteel. Ook DS ’79 wordt op veel goals getrakteerd. Bij rust staat het 7-0. Het wordt uiteindelijk 8-1. Na 28 wedstrijden staan we met 33 punten weer vierde, maar dan winnen we alleen nog maar van Ajax, met 5-2 wel. Toch eindigen we nog vijfde, net te kort voor Europa, maar wel met 77 goals voor. Holverda maakte er 21, Lengkeek 15.
In de UEFA-cup beginnen we tegen het ons bekende Coleraine dat op het Kasteel met 4-0 klop krijgt. In Noord-Ierland volstaat dan een 1-1. De volgende ronde brengt de confrontatie met Carl Zeiss Jena uit de DDR. Dat wordt in Rotterdam wel van de mat gespeeld, maar houdt het op 3-2, mede door een gemiste penalty. In Jena wankelt Sparta maar komt pas na rust op achterstand. Dan wordt eerst een doelpunt van Ron van den Berg afgekeurd voordat hij 10 minuten voor tijd de gelijkmaker binnen knalt. Spartak Moskou komt dan uit de bus als opponent. Op het Kasteel weten we de Sowjets wel te overheersen, maar keeper Dasajev toont zijn wereldklasse en houdt zijn doel schoon, mede met hulp van paal en lat. De Sowjets scoren wel. Vlak voor tijd benut de jonge John de Wolf een penalty zodat we met lichte hoop afreizen naar het verre Tbilisi (in Moskou is het te koud). In Georgië is Sparta echter kansloos en verliest met 2-0.