Via nacompetitie terug naar hoogste niveau
Met nieuwe aanwinsten als Jan Michels en Menno Willems gaat Sparta toch aarzelend van start. De eerste periodetitel wordt gemist door een 3-5 verlies thuis tegen Dordrecht. De tweede periode haalt het wel binnen in een spectaculaire partij tegen Fortuna, na 0-3 wordt het 4-3. Maar belangrijker is de totale stand. Als in de week daarna de grootste concurrent Heracles op eigen veld met 0-4 klop krijgt lijkt het pad naar de titel geëffend. Tot 1 april wordt er niet meer verloren en op dat moment staan we 4 punten voor op Heracles. Dan is er plotseling verlies in Venlo en een gelijkspel bij Telstar. Binnen drie dagen zijn we de voorsprong kwijt en de stress slaat toe. De druk op Snoei was echter van binnenuit al langere tijd opgevoerd en dat krijgt nu zijn weerslag op de ploeg. Drie wedstrijden voor het einde staan we toch weer gelijk met Heracles. Door een beter doelsaldo, met 3 topscorers in de gelederen, lijkt een goede afloop nabij, ondanks de 0-0 thuis tegen Veendam. Uit bij Fortuna gaat het helemaal mis: 3-0 verlies. Vervanging van Snoei wordt verhinderd door een fataal auto-ongeluk van Rob Kiebert. Tegen Heracles thuis komen we niet verder dan 0-0 en een week later is Heracles gepromoveerd, ondanks ons doelsaldo van 93-39. De eerste wedstrijd in de nacompetitie tegen Helmond Sport gaat verloren en dan stapt Snoei toch op. Adri van Tiggelen leidt Sparta daarna in 5 wedstrijden naar de Eredivisie.